De gevorderde vinzwemmer zwemt met een grote monovin aan de voeten. De meeste vinzwemmers beginnen met gewone zwemvliezen omdat hiermee de techniek beter aan te leren is.
De armen worden bij het vinzwemmen niet of nauwelijks gebruikt. Bij wedstrijden kan het voorkomen dat de benen zo verzuurd raken dat de vinzwemmer wel moet zwemmen met de armen om vooruit te komen. De armen worden recht vooruit gehouden en het hoofd wordt tussen de armen geklemd. De handen liggen op elkaar. De bewegingen van een vinzwemmer lijken sterk op de bewegingen van een dolfijn.
De armen, het hoofd en de borst moeten zo stil mogelijk gehouden worden. De beweging wordt ingezet van onder uit de borst en de rest van het lichaam volgt als een soort golvende beweging. Een beginnersfout is het inzetten van de beweging vanuit de knieën waardoor er een grote frontale weerstand onstaat. Bij de oppervlaktenummers wordt er gezwommen met een snorkel. Deze snorkel steekt tussen de armen door uit het water.
Bij de onderwaternummers wordt er met of zonder persluchtapparatuur gezwommen. Bij de afstanden zonder perslucht dient de zwemmer de gehele afstand zijn adem in te houden en de afstand onder water af te leggen. Bij de persluchtafstanden wordt het persluchtflesje gestrekt voor gehouden, in het verlengde van het lichaam om maar zo gestroomlijnd mogelijk te zijn.
Met een monovin kan er gewoon gedoken worden. De vinzwemmer gaat eerst op het startblok zitten. Dan volgt het eerste geluidssignaal: tuut.. tuut.. tuut.. tuut... De vinzwemmer gaat staan. Het tweede signaal volgt: 'op uw plaatsen'. De vinzwemmer zakt door zijn benen en houdt het startblok vast. De vinzwemmer moet nu helemaal stil staan. Het laatste signaal volgt: tuut! De vinzwemmer zet af en duikt in het water. Een vinzwemmer duikt goed als hij snel reageert op het laatste fluitsignaal en op de juiste wijze in het water duikt. Als de benen op het zelfde punt het water in komen als de armen is de duikhoek goed.
In een zwembad moet er natuurlijk altijd gekeerd worden. Het vinzwemkeerpunt lijkt sterk op het borstcrawlkeerpunt. De vinzwemmer komt aanzwemmen. Vlak voor de muur maakt de vinzwemmer een halve breedte draaiing (halve koprol) gevolgd door een halve lengtedraaiing. De zwemmer trekt de mono uit het water en slaat hem tegen de muur. Dit is trouwens een spectaculair gezicht. De knieën komen met een hoek van 90 graden tegen de muur aan, waardoor er maximaal afgezet kan worden. Na het keerpunt mag er maximaal 15 meter onder water gezwommen worden. Na het onder water zwemmen komt de vinzwemmer boven en blaast hij/zij de snorkel leeg om weer te kunnen ademen. Onder water kun je sneller zwemmen dan boven water. De vinzwemmer vervolgt zijn weg naar het volgende keerpunt.
Bekijk de filmpjes over de techniek van het vinzwemmen.
Vinzwemmen is een gezonde sport. Je versterkt de spieren, de conditie wordt verbeterd en het is gewoonweg leuk om te doen. De techniek van de vinzwembewegingen kun je het beste leren met zwemvliezen. De belasting is bij zwemvliezen wat minder groot en het is gemakkelijker om met zwemvliezen weg te zwemmen dan met een monovin. In het begin valt het zwemmen met een monovin tegen. Maar als je de techniek eenmaal te pakken hebt wil je nooit meer iets anders.
Tip 1: Variatie is een belangrijk punt. Doe nooit 2x dezelfde oefening. Variatie zorgt voor een hoger rendement van de training omdat het lichaam iedere keer weer verrast wordt. Als je gevarieerd traint versterkt dit tevens het plezier in het vinzwemmen.
Tip 2: Het is duidelijk dat het zwemmen met een monovin een behoorlijke belasting is voor het lichaam. Zwem nooit langer dan 33% tot 50% van de training met een monovin. Vooral vinzwemmers die nog in de groei zijn moeten hier op letten.
Tip 3: Een goede zwemoefening is ook de vlinderslag. De vlinderslag is de zwaarste zwemslag; dus zeker goed voor de conditie. Als je de vlinderslag beheerst ben je in het voordeel om de vinzwembewegingen te leren. De beenslag van de vlinderslag lijkt op de vinzwembeweging.
Tip 4: Deel de training in blokken in. Een blok zonder vinnen, een blok met stereozwemvliezen en een blok met de monovin. Het trainen op deze manier zorgt voor variatie en zorgt ervoor dat je op een verantwoorde manier traint.